Voor het eerst in lange tijd hoef je even niets.
Je hoeft vandaag niet naar het werk, je kinderen zijn er niet en je hebt even geen verplichtingen.
Je loopt langs de spiegel en even werp je een blik, zoals altijd vluchtig en half.
maar deze keer blijf je staan: Je kijkt. Je kijkt echt , het dringt tot je door.
Die vrouw daar…dat ben jij.
Maar je herkent haar nauwelijks : je ziet de vermoeidheid in je ogen en je voelt de spanning in je schouders. Je merkt op dat je lijf niet meer op die van jou lijkt.
Je ademhaling gaat hoger zitten terwijl je blijft kijken.
En dan komt het besef: je hebt jezelf kwijtgeraakt.
Je hebt te lang gezorgd, te vaak je mond gehouden, te vaak ja gezegd terwijl je lichaam nee riep.
Je hield jezelf klein om rust te bewaren, om niet nog meer gedoe te krijgen,
om maar te overleven.
Maar nu voel je het: Dit kan niet meer.
De tranen branden achter je ogen en voor het eerst laat je ze gaan.
Niet omdat je zwak bent, maar omdat je eindelijk niet meer wilt vechten tegen wat waar is.
Je wilt de regie terug niet alleen over je dagen,
maar over je lichaam, want dat is het enige wat écht van jou is
en wat je zolang hebt genegeerd.
Ergens vanbinnen fluistert iets:
“Genoeg. Dit stopt hier.”
En precies daar,
in dat stille, rauwe moment,
begint jouw RECLAIM.
Niet met een dieet, niet met schuld of schaamte.
Maar met één bewuste keuze:
de keuze om weer te voelen, te voeden, te leven.
Want jij bent niet gebroken, je bent aan het ontwaken, je gevoel mag er weer zijn
En nu is het tijd: tijd om terug te pakken wat altijd al van jou was.
Je lijf. Je kracht. Jij.
"Kom maar op"




